In mijn praktijk behandel ik regelmatig mensen met burnout. Ze komen meestal niet op kosten van hun werkgever maar uit eigen beweging. Meestal zijn het mensen met een groot verantwoordelijkheidsgevoel, die de lat voor zichzelf hoog leggen. Het zijn ideale werknemers aan wie je veel over kunt laten en van wie ook veel wordt verwacht. Ze zoeken de oorzaak van hun ziekteverzuim eerder bij zichzelf dan bij hun werksituatie of werkgever. Wat opvalt is dat ze moeite hebben met ‘nee’ zeggen, anderen teleurstellen. Ze vinden het ook lastig om zichzelf aan te prijzen en voor hun eigen belangen op te komen. Zonder dat soort assertieve vaardigheden is het tegenwoordig knap lastig om je op de arbeidsmarkt te handhaven. Je moet het dan hebben van je kwaliteiten en inzet.
Wanneer spreek je van een burnout?
Er zijn allerlei fasen te onderscheiden in het proces dat uitmondt in een burnout: van vermoeidheid, stress, niet meer kunnen ontspannen, lichamelijke en emotionele klachten en functieverlies tot totale uitputting. De opbouw van een burnout kan maanden en soms jaren in beslag nemen. Het vervelende is dat je voorbij een bepaald punt zelf de overbelasting niet meer goed kan voelen. Tot het te laat is en je systeem het opgeeft. Bij een echte burnout heeft je lichaam schade opgelopen. Dat geeft een scala aan fysieke en psychische klachten. Het kost veel tijd om te herstellen.
Burnoutbehandeling
Wat iemand met een burnout in de eerste plaats nodig heeft is rust, matige lichaamsbeweging en goed eten. Warmte en troost. Vervolgens moet je voldoende ruimte en tijd nemen om uit te vinden hoe het mis kon gaan. Waardoor ben jij jezelf voorbij gelopen, hoe kan het dat anderen jouw grenzen en behoeften niet zien? Hoe kun je zorgen dat je minder kwetsbaar wordt voor herhaling? Wat heb je nú het meest nodig om je leven weer op te pakken? Deze vragen staan centraal in een burnoutbehandeling. Stapsgewijs kun je dan weer de belasting opvoeren.
Eigen verantwoordelijkheid
Uiteraard is het je eigen verantwoordelijkheid om goed voor jezelf te leren zorgen en een nieuwe burnout te voorkomen. Ook werkgevers hebben een verantwoordelijkheid (zie blog: Helpt een campagne tegen werkstress?) Ik zie die verantwoordelijkheid vooral preventief. De werkgever stelt zich tegenwoordig, vaak goed bedoeld, op als ‘beste maatje’ van de werknemer die overspannen thuiszit. Het beleid is: regelmatig contact onderhouden en een snelle terugkeer naar het werk bevorderen.
Schuld en schaamte
Dit is vaak contraproductief omdat de werknemer door al die goedbedoelde aandacht nog meer stress en ook schuldgevoel krijgt. Vragen naar hoe het gaat worden al snel gehoord als: wanneer ben je beter? De persoon met burnout schaamt zich voor zijn ziek zijn. Hij of zij ziet zichzelf als iemand die gefaald heeft, die dat zo snel mogelijk goed moet maken, maar niets meer kan. Sommigen willen zelfs tijdelijk liever geen salaris ontvangen om zich minder schuldig te voelen. Het liefst zou degene met burnout even helemaal geen contact met het werk hebben. Maar ja, wie durft dat te zeggen tegen zijn baas of collega’s die zo belangstellend informeren? Iemand die burnout is durft dat zelden. Dus vraag vooral wat hij of zij zelf prettig vindt! Geef ruimte en tijd voor herstel.
Winst
Veel mensen die ooit een burnout hebben gehad, spreken van een goede wending die hun leven heeft genomen, dankzij hun burnout. Ik kan me daarbij tot op zekere hoogte aansluiten. Door mijn burnout in het jaar 2000 heb ik opnieuw geleerd wat voor mij belangrijk is in het leven en heb ik beter voor mezelf leren zorgen. Dat is winst. Toch had die die ervaring dolgraag willen missen, want het was een nare periode. Ik zat diep in de put, had allerlei fysieke klachten en dacht nooit meer te kunnen werken. Een burnout is niet altijd te voorkomen maar ik ben wel blij dat er tegenwoordig meer aandacht is voor de risico’s en impact van burnout. Misschien neemt men het woord burnout soms te snel in de mond, maar dat is beter dan voorbij lopen aan de gevaren van structurele werkstress en overbelasting.
Geef een reactie